Vermoed dat de eerste woorden van de ochtend
slechts het gordijn zijn. Dat de dag erachter ligt.
Vermoed een weiland met onverhard water.
Vermoed kalverliefde. Vermoed dat er iemand is
die met je wil dansen.
Vermoed dat je verlangen zichzelf altijd opnieuw
opent, als een tuin in het voorjaar. Vermoed dat
het erin zit, maar er niet uit hoeft.
Vermoed poorten verder dan het weten, wolken
aan weerszijden van het nu. Vermoed ontaarding
en reizen op luchtwortels.
Vermoed dat de natuur terugslaat, maar mild,
nooit harder dan nodig. Vermoed dat je niet sterk
hoeft zijn.
Vermoed dat jij de enige bent die ziet wat er moet
gebeuren.